dinsdag 19 maart 2024

Zwart-wit denken kan héél positief zijn

Wie zijn leerlingen leert schaken geeft hen meer mee dan een aardige vrijetijdsbesteding. Schaken ontwikkelt allerlei eigenschappen van kinderen die onder andere ook goed in de reken-wiskundeles van pas kunnen komen. Schaker en pabo-student Peter Buis beschrijft zijn ervaringen op obs ‘t Joppe in Nieuw-Vennep.

Schaken heeft een enorme aantrekkingskracht op kinderen. De schaakstukken fascineren hen door de vorm en de bewegingen over het bord. Het is een spel waarin je zelf de haas kunt spelen. De consequenties van je daden zijn geheel voor eigen rekening. Geluk of pech, zoals bij spelletjes als ‘Mens erger je niet’ zijn niet aan de orde. Misschien dat kinderen schaken juist daarom zo leuk vinden.

Nut

Wat is het nut van schaken? Volgens de literatuur is schaken een wondermiddel voor de cognitieve en persoonlijkheidsontwikkeling van kinderen. Een greep uit de enorme hoeveelheid theorie over schaken en onderwijs:
Schakende leerlingen kunnen zich beter concentreren, leren afspraken nakomen en bouwen inzichten op. Bovendien oefenen ze hun geheugen en ontwikkelen ze hun analytisch, logisch en kritisch denkvermogen, hun visualisatievermogen, hun creativiteit en hun tactisch en strategisch inzicht. Dat zijn zaken die hij rekenen-wiskunde van pas komen. Inderdaad blijken schakende leerlingen beter te rekenen. Ze kunnen beter problemen oplossen en informatie verwerven. Ze blijken bovendien ook op het gebied van taalvaardigheid hoger te scoren dan hun niet-schakende klasgenoten. Daar komt nog bij dat schakende kinderen stressbestendiger zijn en leren incasseren. Ze zijn besluitvaardig en leren omgaan met winnen en verliezen.
Wie is nu nog niet overtuigd van het nut van schaken? Het is dan ook niet voor niets dat verschillende basisscholen schaken op het lesrooster hebben gezet. Leerkrachten willen hun leerlingen graag ontwikkelingskansen bieden door ze achter het schaakbord te zetten. Voor de leerlingen zelf telt maar één aspect: schaken is gewoon hartstikke leuk!

Ideeën

Om schaaklessen te organiseren op de basisschool, hoefje als leerkracht echt geen topschaker te zijn. Enige kennis van de spelregels is natuurlijk wel een vereiste, maar daar is snel aan te komen. Een echte aanrader hij het geven van lessen is de Stappenmethode van Rob Brunia en Cor van Wijgerden. Deze didactische methode wordt op veel scholen en schaakclubs gebruikt en is de officiële methode van de KNSB. Het is een concentrische leermethode, die bestaat uit een zestal ‘stappen’ opklimmend in moeilijkheidsgraad. Bij iedere stap hoort een handleiding en een werkboek.

Een ander hulpmiddel bij het geven van de lessen is het gebruik van een schaakdemonstratiebord. Door het voor in de klas te hangen kun je klassikaal uitleg geven, zetten voordoen en ook kinderen naar voren laten komen om vragen te laten beantwoorden.

Een schaakdemonstratiebord is vrijwel onmisbaar bij het geven van schaaklessen.

Om kinderen voor schaaklessen te motiveren is de film ‘Lang leve de koningin’ heel geschikt. Deze film werd in 1995 door Esmé Lammers gemaakt, de kleindochter van de legendarisch schaker Max Euwe. Monique van de Ven speelt de witte koningin van het schaakbord. Ook de andere schaakstukken komen tot leven en leren het meisje Sara schaken.

Schaakontwikkeling

In de schaakontwikkeling van kinderen zijn verschillende fases te herkennen:

  • Materiaalfase
  • Ruimtelijke fase
  • Tijdsfase

De periode waarin kinderen vooral bezig zijn met het slaan van stukken, noemen we de materiaalfase. Ze verkennen de werking van de stukken en van lieverlee worden zij vaardiger met spelen.
Om het begrip ‘mat’ te beheersen en gericht te kunnen zoeken naar ‘mat’ moet het kind voldoende inzicht hebben in de ruimte-indeling op het bord. Het kind moet ontdekken dat de werking van de stukken zich niet alleen uitstrekt naar andere stukken, maar ook naar velden. In de ruimtelijke fase ontwikkelt het kind deze ruimtebeheersing.
Vervolgens duurt het meestal een hele tijd voordat jeugdschakers terechtkomen in de volgende fase. Bij schaken spelen we zetten met een bepaald doel. Om dat doel te bereiken hebben we tijd nodig. Tijd drukken we uit in zetten. Hoe sterker we gaan spelen hoe belangrijker tijd wordt. Kinderen die nog in de ruimtelijke of materiaalfase zit, bedenken prachtige plannetjes om bijvoorbeeld met een koning een pion te slaan. Dat duurt dan enkele zetten terwijl de tegenstander het plannetje met één zet kan verijdelen. Ze bedenken nog niet dat ze de zetten nuttiger hadden kunnen gebruiken en zeggen bijvoorbeeld: ‘Dat scheelde niet veel!’ Wanneer een kind erachter komt dat je door ‘domme zetten’ in feite een beurt kunt verliezen, is het beland in de tijdfase. De drie fasen verlopen gedeeltelijk parallel.

De praktijk: Schaaklessen op obs ‘t Joppe

Nederland kent een rijke schaakcultuur: ongeveer 25.000 (België: 3.600 personen, red.) mensen zijn lid van een schaakvereniging. Zo’n twee miljoen mensen kennen de regels en spelen af en toe een partijtje. Die brede bekendheid is grotendeels te danken aan de schaaklessen in het basisonderwijs. Meer dan 2000 basisscholen bieden schaakonderwijs. De meerwaarde van het spel is daar dan ook bekend én erkend. Obs ‘t Joppe in Nieuw-Vennep is een van de scholen waar aandacht wordt gegeven aan schaken in de klas. Als Pabo-student en schaakliefhebber leek het mij leuk om schaaklessen te verzorgen in mijn stagegroep. Vijf maanden lang heb ik één uur in de week groep 7 schaakles gegeven. De eerste lessen stonden in het teken van het leren van de spelregels, de loop van de stukken enzovoort. Stellingen werden klassikaal besproken met behulp van het demonstratiebord en als verwerking maakten de leerlingen de werkbladen uit de Stappenmethode van Brunia en Van Wijgerden. De les werd altijd afgesloten met het spelen van een echte schaakpartij. Dat was uiteraard het hoogtepunt van de les. Het gebruik van een schaakmethode heeft als voordeel dat je als leerkracht kunt differentiëren. Leerlingen die bijvoorbeeld begrippen als ‘mat’ en ‘pat’ goed onder de knie hebben, gaan zelfstandig aan het werk met het maken van werkbladen, terwijl de andere leerlingen extra instructie krijgen van de leerkracht. Het is verbazingwekkend om te zien hoe snel kinderen het spel leren en volgens de regels een partij kunnen spelen. In een aantal maanden tijd heb ik alle leerlingen zonder uitzondering zien groeien in hun schaakontwikkeling. En inderdaad bespeurde ik ook vooruitgang op andere gebieden als concentratievermogen, redeneren en inzicht. Plezier in het spel was voor de kinderen het allerbelangrijkste, maar ik vond het ook prachtig om te zien dat leerlingen die in sommige vakken niet erg sterk waren bij het schaken ineens enorm succesvol bleken te zijn. Al met al voldoende reden om als leerkracht tijd vrij te maken voor schaaldessen in het onderwijs.

Laatste suggestie

Nog een laatste suggestie: Hang elke week een aantal diagrammen op het prikbord in de klas met daarop schaakproblemen op verschillende niveaus. Aan het einde van de week kunnen de gevonden oplossingen besproken worden. En wat dacht je van een schaakcompetitie in de klas of in school? Zo’n spannend evenement zet elke kans op verveling onmiddellijk schaakmat!

Uit: Volgens Bartjens, jg. 27, nr. 5 – mei 2008 – pag. 26,27

Een reactie achterlaten

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.