En toen was er… Tielt 1 – Veurne 2
Tielt 1 staat derde in de rangschikking in 5e afdeling E en wij vierde. Dat beloofde dus. De eerste klaar was Renaat op bord vier met een remise tegen de jonge Ilse Daels. Renaat pende zelf zijn relaas:
Ik heb een jeugdspeelster tegenover me die geen familie is van fidemeester Marc. In de opening pen ik haar dame met m’n loper op een paard. Met twee pionzetten speelt ze mijn loper weg. Een agressief opgespeelde centrumpion wordt ongedekt en verlies ik. We ruilen een loper voor paard. Ik rokeer op de 12e zet, zij op de 14e. Op de 17e zet doe ik op een veld dat 4x is aangevallen door mij en 3x verdedigd door haar een penning op dame en toren. Ik stel remise, zij aanvaardt. De ploeg staat na iets meer dan een uur met 0,5 op 1.
Op bord twee speel ik met wit een solide maar ietwat passieve opening, Freddy Callens heeft wat meer ruimte. Als ik de kans zie wordt op de open C-lijn al het zware geschut geruild waarna elke speler nog twee paarden en twee lopers heeft bij gelijke pionstructuur. Mijn remisevoorstel wordt aanvaard. Voor één keer had ik een tijdsvoorsprong van 20 minuten en dat speelde misschien ook een rol voor de aanvaarding. Auréle had op dat moment een behoorlijke stelling en Bruno speelde ook nog altijd flink mee.
Als de remise bij mij een feit is komt Aurèle mij zeggen dat hij een “slechte zet” gespeeld heeft en remise heeft aangeboden. Nu weet half West-Vlaanderen hoe laat het dan is, maar Brant dus niet en weigert. Aurèle offert een kwaliteit voor obscure mogelijkheden, maar “schaveelt” het wel zo dat hij met die kwaliteit en een pion minder toch eeuwig schaak dreigt. Na de tijdnoodfase claimt ons eerste bord nog remise door herhaling van zetten (3x dezelfde stelling – het Tieltse eerst bord had nog enkele minuten voor de laatste zetten en herhaalde even de zetten). Een tweede bord wordt opgesnord en de partij gereconstrueerd, en zoals Renaat, Freddy, Brant en ik al dachten, die herhaling blijkt een hersenschim. Alleen als Brant zijn koning nog eens naar G2 speelt is de stelling 3x ontstaan, maar dat doet hij niet. Ondertussen blijft het eeuwig schaak dreigen en blijkt dat het Tieltse eerste bord meer oog heeft voor de toestand op bord drie, waar de uitslag zeer onzeker blijft, dan voor zijn eigen stelling. Aurèle weet mij te vertellen dat als Brant het eeuwig schaak wil vermijden hij zal verliezen, en jawel, zo loopt het ook, na Kg4 volgt h5 mat! Effe vergeten, maar daar kunnen wij wel mee leven! Aurèle lapt het hem dus weer!
Bruno vecht ondertussen als een leeuw tegen Peter Libbrecht (1729). De partij gaat heel lang gelijk op. Als Bruno de overgebleven torens ruilt krijgt Peter een vrijpion die niet meer te stoppen is, maar Bruno kan er ook een creëren. De tegenpartij promoveert evenwel eerst, en uiteindelijk kan de vijandelijke koning volgens het boekje stapje per stapje dichterbij komen. Helaas voor Bruno heeft hij nog een pion op de h-lijn zodat het pat met het slaan van de dame op f2 (koning op h1) niet mogelijk is. Bruno moet uiteindelijk de vlag strijken na vijf en een half uur spel. Dat verdiende beter!
2-2 dus en al bij al geen slechte uitslag voor ons tweede team!
Uw verslaggever
Guy